Blaman, de musical

Flyer Blaman kopie

 

Theatergroep Mevrouw Jansen speelt: ‘Blaman, de musical’

‘Blaman, de musical’ gaat over het leven van de Nederlandse schrijfster Anna Blaman (1905-1960). Zij dreigt, zeer ten onrechte, in de vergetelheid te raken of te worden herdacht als saai, onaantrekkelijk en kleurloos. Maar Anna Blaman was op haar manier een moedige en baanbrekende lesbienne. Haar boek ‘Eenzaam avontuur’ (1948), met veel autobiografische elementen, veroorzaakte een langdurig schandaal. Ondanks een schijnproces dat tegen haar werd aangespannen, ontving zij voor deze roman de literatuurprijs van de gemeente Amsterdam. Later ontving zij voor haar gehele oeuvre de PC Hooftprijs.

Lesbische vrouwen zijn zielige oude vrijsters en te lelijk om een man te krijgen, zo dacht men nog tot ver in de jaren zestig. Dat het een vrolijke, bewuste keuze van vrouwen was om ongehuwd te blijven, leek ondenkbaar. Hoewel de mensen om haar heen wel beter wisten, werd Anna Blaman postuum tot onaantrekkelijk en kleurloos verklaard. Een misvatting, die hardnekkig tot in deze tijd standhoudt. Theatergroep Mevrouw Jansen wil in haar voorstelling een beeld schetsen van Blaman zoals zij was. Een intelligente, humoristische en begaafde vrouw die ervoor koos, haar leven op een onconventionele manier in te richten. Een vrouw met sterke en zwakke, aardige en minder aardige kanten: een mens dus.

Anna Blaman woonde haar hele leven ‘op kamers’ in haar ouderlijke huis, met zware meubels en donkere gordijnen. Zij woonde daar met haar moeder, met pensiongasten en met haar mooiere, getalenteerde, maar volkomen onontplooide – en dus jaloerse – zuster. Dat lijkt misschien kuis en keurig, maar haar brieven logen er niet om. Er is gelukkig veel romantische, erotische correspondentie bewaard gebleven. Ooggetuigen meldden, dat er bij iedere lezing van Blaman talloze aanbidsters op de voorste rijen zaten te smachten. Die saaie Anna bleek een waar idool van de eerste orde te zijn. Een bijzondere, verrassende vrouw, die Blaman. Met haar intelligente ogen en mooie stem wist ze velen te boeien. Zij was revolutionairder dan zij in haar bescheidenheid wilde toegeven. Zeker, zij hoorde bij een bepaalde tijd. Maar door de betekenis die zij voor de Nederlandse literatuur en voor de homo-emancipatie heeft gehad, verdient zij het om even aan de vergetelheid te worden ontrukt.

Theatergroep Mevrouw Jansen heeft veel gelezen van en over Blaman, beeld- en geluidsmateriaal bekeken en beluisterd en diverse mensen gesproken die haar goed gekend hebben, zoals Mies Bouhuys, Dolf Verroen en Theun de Vries. Ook is er contact geweest met Aad Meinderts, biograaf van Anna Blaman. Met de voorstelling ‘Blaman, de musical’ wil Mevrouw Jansen een waarheidsgetrouw en genuanceerd beeld van deze belangrijke schrijfster neerzetten. Blaman, superster of oude vrijster? Waren ‘oude vrijsters’ in de jaren vijftig nou voornamelijk oud of juist vrij? Benijdenswaardig of zielig? Sterk of zwak? Deze vragen worden beantwoord in de musical, waarin inhoud en glamour, tekst en muziek een gelijkwaardige plek hebben. Mevrouw Jansen heeft gekozen voor de musicalvorm omdat die minstens zo contrasteert met Blaman als de vele verliefde fans op de eerste rij bij haar lezingen. Blaman, als anti-held, als anti-musicalfiguur, die toch vele damesharten sneller deed kloppen, knipoogt hiermee naar de vele populaire glamourmusicals, die op dit moment zo in zijn.

 

ANNA BLAMAN
(Kleinloog / Braat)

Refr.:
Anna Blaman,
we hebben geen idool
je had verdomme vijftig jaren later moeten wezen
we hadden je boeken van a tot z gelezen
voor al jouw lezingen gespijbeld van school
Anna Blaman,
word jij postuum nog ons pot-idool?

Couplet:
Ja zeg nou zelf, wie moeten wij nou nog aanbidden?
Mathilde Santing is inmiddels jaren bi.
Of het verband houdt laat ik even in het midden
maar hoor jij ooit van haar nog enig melodie?
En dan die ander, God, hoe heet ze, het was zo’n felle
zo’n stoere pot, zo’n echte superdyke met pit,
kort haar, sm, je hoorde over haar vertellen,
maar grote stilte nu, o ja, die Bernadet de Wit.

Refr.:
Anna Blaman,
we hebben geen idool
je had verdomme vijftig jaren later moeten wezen
we hadden je boeken van a tot z gelezen
voor al jouw lezingen gespijbeld van school
Anna Blaman,
word jij postuum nog ons pot-idool?

Couplet:
Het is wel zo, we hebben nog een aantal wijven,
die reuze lesbisch zijn en ook getalenteerd
maar als de dames niet in Holland willen blijven
dan gaat wat ons betreft de liefde toch verkeerd.
Neem nou in Spanje, daar is Pia met piano,
een supermacho en ze pingelt echt niet gek,
maar van zo’n afstand roep je toch niet: “Pi, mi amo!”
ook al is zij onze eigen diva Beck.

Refr.:
Anna Blaman,
we hebben geen idool
je had verdomme vijftig jaren later moeten wezen
we hadden je boeken van a tot z gelezen
voor al jouw lezingen gespijbeld van school
Anna Blaman,
word jij postuum nog ons pot-idool?

Couplet:
Op de Gaza zit die schaamteloze Anja
zeer invoelend immer vechtend voor een zaak.
We zijn trots op Meulenbeltje, daar niet van, ja,
maar zo zien we dus ook haar niet bijster vaak.
Ach, natuurlijk zijn er Katja en nog vele
mooie dames, samen zoenend op tv.
Maar om ze dagelijks met man en macht te delen
dat leek ons allemaal toch niet zo’n goed idee.

Refr.:
Anna Blaman,
we hebben geen idool
je had verdomme vijftig jaren later moeten wezen
we hadden je boeken van a tot z gelezen
voor al jouw lezingen gespijbeld van school
Anna Blaman,
word jij postuum nog ons pot-idool?

Couplet:
Weet je, Anna, als jij heden had geschreven,
waren duizend happy lesbo’s bij elkaar
voor jou gaan zingen, dansen, juichen, om het even,
want ze vonden jou niet suf of saai of raar.
Was jij een vrijster? Nu een stoere lesbienne.
Ooit ’te lelijk voor een man’, en ‘overschot’,
een geaardheid waar men vreselijk aan moest wennen.
In deze dagen onze eigen super-pot!

Refr.:
Anna Blaman,
we hebben geen idool
je had verdomme vijftig jaren later moeten wezen
we hadden je boeken van a tot z gelezen
voor al jouw lezingen gespijbeld van school
Anna Blaman,
word jij postuum nog ons pot-idool?

 

ZORGEN.
(Kleinloog / De Wit)

ALIE:
Morgen.
Een lief om voor te zorgen.
Een lief om dagelijks te wekken, kleden, voeden en te wassen.
Zo iemand kun je met een kus nog eens verrassen.
Geborgen.
Morgen.
VIER MEISJES:
Morgen. Zij wil geen moeilijke gesprekken, zij wil zorgen. Zij blijft een zuster in de liefde, zij wil zorgen. Morgen. En morgen. En morgen…

 

DUET FOREL EN DOMINICUS.
(Kleinloog / De Wit)

FOREL
Ah bah en foei en schandelijk, onzedelijk, affreus. Pervers en onnatuurlijk en ook liederlijk onheus. De zonden van Gomorra zijn toch niet erg gonorrhoes.
DOMINICUS
Gonorrhoes?
FOREL
Genereus.
FOREL + DOMINICUS
Verderfelijk en smerig en beslist verkeerde keus!

(Uit: Blaman, de musical. 2004).

ZORGEN 2.
(Kleinloog / De Wit)

ALIE
Zorgen.
Van ’s avonds tot de morgen.
Een lief om dagelijks te wekken, kleden, voeden en te wassen.
Zo iemand kun je met een kus nog eens verrassen.
Geborgen.
Zorgen.

BLAMAN
Zorgen. Wij houden moeilijke gesprekken, zij wil zorgen. Zij wordt mijn zuster in de liefde, zij wil zorgen. Geborgen. Geborgen… Geborgen…

 

DOOR JOU .
(Kleinloog / Romeny)

Alie:

Coupletten:
Ik zag een merel, niet mooi, niet lelijk, in een bos
Ach ja, een vogeltje, je kent ze als zovelen
En of ze bij je is, dat kan je niet echt schelen
En voor ze in jouw kooitje vliegt, laat je haar los.

Zeg zelf, wie wil er nou een merel in een kooi?
Die beesten moet je achteloos kunnen passeren.
Het valt niet op als ze voor jou gaan kwinkeleren,
of hoogstens glimlach je: de vogels zingen mooi.

Ik was de merel met het lied voor jou alleen
en als je goed hoort is ‘t een wijsje van verlangen
Ik wil mij door je teed’re handen laten vangen.
Al krijg ik vleugels, nou dan nog vlieg ik niet heen.

En als ik dagelijks op jouw schouder zitten mag
dan zal ik lieve melodietjes voor je fluiten.
En als het in de winter koud wordt buiten
voer ik je korstjes brood en pinda’s elke dag.

Refrein Anna + Alie:

Door jouw blik ben ik geboren
en toen jij ‘jij’ zei, voelde ik me ik.
Je hebt mij als jouw liefste uitverkoren,
Door liefste te zijn, wordt een mens uniek.

Door jouw hand ben ik gaan leven
Ben ik met huid en ziel door je geraakt
Je hebt mij toen mezelf gegeven
Je hebt ineens een vrouw van mij gemaakt.

Anna:

Coupletten:
Er loopt een vreemdeling verloren in een woud,
de grote stad en alle mensen zijn verdwenen.
Geen vrouw heeft ooit een licht op haar geschenen,
er is geen sterveling op aard, die van haar houdt.

Ik heb mijn hart zo vaak vergeefs gepresenteerd.
Al wie er zacht voor is die mag het komen halen.
Ik geef mijn boeken, dromen, denken en verhalen,
maar ergens doe ik blijkbaar toch steeds iets verkeerd.

De duisternis treedt in en het wordt kil,
Ik wil niet langer met mijn liefde lopen leuren
Er moet zo langzaamaan nou toch wel iets gebeuren,
nog even en er is geen mens meer die ik wil.

En dan kom jij, die met een fakkel op mij richt,
die mij verlicht en die mijn hart opeens doet branden
en die mij onbevangen vangt met beide handen.
Jouw ogen zoeken pijn en vreugd in mijn gezicht.

Anna + Alie:

Door jouw blik ben ik geboren
en toen jij ‘jij’ zei, voelde ik me ik.
Je hebt mij als jouw liefste uitverkoren,
Door liefste te zijn, wordt een mens uniek.

Door jouw hand ben ik gaan leven
Ben ik met huid en ziel door je geraakt
Je hebt mij toen mezelf gegeven
Je hebt ineens een vrouw van mij gemaakt.

 

ZORGEN 3.
(Kleinloog / De Wit)

Alie:

Zorgen,
Mijn lief om voor te zorgen,
Mijn lief om dagelijks te wekken, kleden, voeden en te wassen.
Mijn Anna wil ik met een kus nog eens verrassen.
Geborgen,
Morgen.

Zorgen,
Mijn liefste maakt zich zorgen.
Mijn lief wil eindeloze liefde, trouw en altijd eeuwig samen.
Hoe kan ik zoiets onvoorspelbaars toch beamen?
Zorgen.
Voor morgen.

Vier meisjes:

Morgen. Zij wil geen moeilijke gesprekken, zij wil zorgen. Zij blijft een zuster in de liefde, zij wil zorgen. Morgen. En morgen. En morgen.

 

ZONDER JOU
(Kleinloog / Romeny)

Alie:

Ik zag de merel, koud en eenzaam in een bos.
Ach ja, zo’n vogeltje, die zingt toch voor zovelen
En of ze bij je is, dat kan haar heus wel schelen,
maar als haar kooitje dichtgaat, wil ze los.

Zeg zelf, wat moet er nou een merel in een kooi?
Die beesten moet je achteloos laten vliegen.
Een merel fluit en vliegt om te bedriegen,
haar schoonheid is voor vele mensen mooi.

Refrein Anna + Alie:

Door jouw ‘nee’ ben ik verloren.
ben niet meer enig, eeuwig, zonder jou.
Ik voel me niet meer uitverkoren,
maar een van velen nu, een anonieme vrouw.

Door jouw hand ben ik gestorven,
ben ik met huid en ziel dodelijk geraakt.
Ik had door jou mezelf verworven
en ben ineens door jou dat kwijtgeraakt.

Anna:

Ik had mijn hart zo vaak vergeefs gepresenteerd.
Jij, die er zacht voor was, die mocht het komen halen.
Ik gaf jou boeken, dromen, denken en verhalen,
maar ergens deed ik blijkbaar toch nog iets verkeerd.

Ik heb ooit werkelijk in ernst in jou geloofd,
in liefde exclusief en echt en volmaakt zuiver,
en dat ik nu in al mijn naaktheid huiver
komt door de fakkel, door jouw wrede hand gedoofd.

Refrein Anna + Alie:

Door jouw ‘nee’ ben ik verloren.
ben niet meer enig, eeuwig, zonder jou.
Ik voel me niet meer uitverkoren,
maar een van velen nu, een anonieme vrouw.

Door jouw hand ben ik gestorven,
ben ik met huid en ziel dodelijk geraakt.
Ik had door jou mezelf verworven
en ben ineens door jou dat kwijtgeraakt.

 

LIJFLIED .
(Kleinloog / De Wit

Refr. :

Wat een lijf heeft dat wijf.
Zo’n lijf grijp je met beide handen aan.
Geen mens kan mij beletten
om er mijn tanden in te zetten,
om daarmee goddelijk aan de slag te gaan.

Marie-Louise:
Hete, zwoele nachten.
Mijn God, ik kan niet wachten,
vanaf maandag is het rijk voor mij alleen.
Anna van mijn dromen,
Hoe zal ze dit keer komen?
Ik ken haar horny body als geen een.

Refr. :
Wat een lijf heeft dat wijf.
Zo’n lijf grijp je met beide handen aan.
Geen mens kan mij beletten
om er mijn tanden in te zetten,
om daarmee goddelijk aan de slag te gaan.

Alie:
Trage, zieke uren.
Mijn Anna zal dan kuren.
Haar kwetsbaarheid dien ik van top tot teen.
Migraine en collitus
Een hartkwaal, hepatitis.
Ik ken haar pijnlijk lichaam als geen een.

Refr. :
Wat een lijf heeft dat wijf.
Zo’n lijf grijp je met beide handen aan.
Geen mens kan mij beletten
om er mijn tanden in te zetten,
om daarmee goddelijk aan de slag te gaan.

Marie-Louise en Alie:
Lange jaren samen,
Ik moet het echt beamen:
Het is het vreselijk fysieke dat ons bindt.
Dat hoofd, die buik, die benen,
haar billen, borsten, tenen,
die ik van alles nog het meest opwindend vind.

Refr. :
Wat een lijf heeft dat wijf.
Zo’n lijf grijp je met beide handen aan.
Geen mens kan mij beletten
om er mijn tanden in te zetten,
om daarmee goddelijk aan de slag te gaan.

 

EMMY’S SONG.
(Kleinloog / De Wit)

Refrein:
De hoer van de Maliebaan,
Wie komt daar nu nog mee aan?
Ach, kon ik maar even
terug in Het Leven,
maar dat zal helaas niet meer gaan.

Coupletten:
Mannen namen mij bij bosjes,
in het echt of op de kiek
geheel naakt, met slechts twee blosjes,
niet van schaamte, maar tactiek.

Waren er nu nog maar heren,
met een fotoapparaat,
die mij dwingen: ‘Uit die kleren!”
Daarvoor is het nu te laat.

Neem mij toch! Desnoods op foto,
ergens heb ik nog rimp’loos vel.
Als ik mijn rechtervoet onbloot, oh,
dan zie je zo’n glad stukje wel.

Refrein:
De hoer van de Maliebaan,
Wie komt daar nu nog mee aan?
Ach, kon ik maar even
terug in Het Leven,
maar dat zal helaas niet meer gaan.

Coupletten:
Vijf keer vond ik in mijn leven
grote liefde, oprecht en trouw.
Zestig keer mocht ik beleven,
dat een vent zei: ‘K hou van jou.

Twee-en-dertig gebroken harten.
Bloemen, een dozijn of wat.
Zes-en-twintig nieuwe starten.
Koosnaampjes als ‘lief’ en ‘schat’.

Mannen kwamen, gingen henen,
lieten mij verdomd alleen,
namen telkens weer de benen
over hield ik er geen een.

Refrein:
De hoer van de Maliebaan,
Wie komt daar nu nog mee aan?
Ach, kon ik maar even
terug in Het Leven,
maar dat zal helaas niet meer gaan.

Coupletten:
Het heeft echt niet aan mij gelegen
Ik ben zo goed als zonder fout.
Toch, slechts één: ik ben belegen.
Vandaar dat niemand van mij houdt.

Rimpels, verzakte borsten, oren,
waar menig heer nu wreed om lacht.
Ik heb de strijd voorgoed verloren:
’t gevecht tegen de zwaartekracht.

Refrein:
De hoer van de Maliebaan,
Wie komt daar nu nog mee aan?
Ach, kon ik maar even
terug in Het Leven,
maar dat zal helaas niet meer gaan.

 

MEID, GEEF MIJ JE EENZAAMHEID ( CARNAVALSKRAKER).
(Kleinloog / Romeny)

Refr.
Meid, geef mij je eenzaamheid,
Voor je hem een ander slijt.
Eenzaamheid raakt nooit meer kwijt.

Met een borrel en een hapje en een trekje huppekee,
Kijk je dronken in de spiegel, zie je er geen één, maar twee.

Heb je niemand om te praten of te lachen bovendien,
Neem een muis, nee neem twéé muizen, morgen heb je er wel tien.

Refr.
Meid, geef mij je eenzaamheid,
Voor je hem een ander slijt.
Eenzaamheid raakt nooit meer kwijt.

Zoek een kwakkelende buurvrouw doof en blind en slecht ter been,
Uren kan je daarmee praten en zo ben je nooit alleen.

Zet je beide deuren open van je eigen stille huis,
Neem acht junks en dertig zwervers en zij voelen zich daar thuis.

Refr.
Meid, geef mij je eenzaamheid,
Voor je hem een ander slijt.
Eenzaamheid raakt nooit meer kwijt.

Of begin snel een relatie, man of vrouw het maakt niet uit,
In je bed of op de divan, want zo’n wezen maakt geluid.

En zeg ja ik wil en amen, heus in voor en tegenspoed
En al is er veel ellende, met z’n tweeën jank je goed.

Refr.
Meid, geef mij je eenzaamheid
want, die duurt een eeuwigheid,
en eeuwigheid dat duurt een tijd.

Meid, geef mij je eenzaamheid,
Voor je hem een ander slijt.
Eenzaamheid raakt nooit meer kwijt.

 

WAT HEEFT ZIJ (DAT IK NIET HEB)?
(Kleinloog / De Wit)

Als Anna wilde rennen, was ik sneller.
Nam zij de kortste weg, ik was er al.
Als Anna wilde vechten, was ik feller
En als ik zwierig schaatste, raakte zij steevast ten val.

Kocht zij een nieuwe jas, hij stond mij knapper.
Mijn nieuwe schoenen maakten haar uiteindelijk plomp.
En gingen wij tesaam naar d’zelfde kapper:
Wat bij mij golfde kroesde lelijk op haar romp.

Refrein:
Maar wat heeft zij
(dat ik niet heb)?
Waarom gaan mensen zomaar van haar houden?
Wekt zij bij wie zij ook verschijnt meteen vertrouwen?
En maakt zij zonder iets te doen de mensen blij?

Als Anna lag te sterven was ik viever.
Dan nam ik altijd vitamientjes voor haar mee.
En toch vond moe mijn zuster beter en ook liever
en bleef ik alle dagen eeuwig nummer twee.

Als Blaman rustig schreef, was Vrugt de zwoeger,
nam elk karweitje monter voor ma aan.
En als moe ’s ochtends opstond was ik vroeger.
Ik heb zo vreselijk mijn best voor haar gedaan!

Refrein:
Maar wat heeft zij
(dat ik niet heb)?
Waarom gaan mensen zomaar van haar houden?
Wekt zij bij wie zij ook verschijnt meteen vertrouwen?
En maakt zij zonder iets te doen de mensen blij?

Als zij iets aardig kon, had ik een gave.
Ik oogstte keer op keer bewondering, applaus.
Ik trouwde met mijn Jan, een hele brave
man, honderd keer braver dan de paus.

Ik was geboren voor het lef en voor het leven
Anna wordt dagelijks gered nog van de dood.
Maar heeft het leven mij ook echt datgeen gegeven,
wat het mij vroeger ooit zo vol belofte bood?

Refrein:
Maar wat heeft zij
(dat ik niet heb)?
Waarom gaan mensen zomaar van haar houden?
Wekt zij bij wie zij ook verschijnt meteen vertrouwen?
En maakt zij zonder iets te doen de mensen blij?

 

Andere Anna
(Kleinloog/Braat)

Refrein:
Andere Anna, anders dan anderen,
anders dan anders, mijn Anna, mijn zoet.
Eet maar mijn soepje, toe,
met liefde bereid door moe.
Al willen de anderen,
je zo graag veranderen,
andere Anna, kind, zo is het goed.

Poulet, peper, peterselie,
tijm, laurier en selderij,
mergpijp, zout, een stukje foelie,
water, voeg citroensap bij.
Drie uur op een vuurtje zacht,
Mijn bouillon voor moed en kracht.

Refrein:
Andere Anna, anders dan anderen,
anders dan anders, mijn Anna, mijn zoet.
Eet maar mijn soepje, toe,
met liefde bereid door moe.
Al willen de anderen,
je zo graag veranderen,
andere Anna, kind, zo is het goed.

Selderij, in kleine stukjes,
vermicelli, bloemkool, prei,
groenten en wat kruidenplukjes
gaan samen in die soep van mij.
Soep voor warmte, niet te heet,
moeders soep voor lief en leed.

Refrein:
Andere Anna, anders dan anderen,
anders dan anders, mijn Anna, mijn zoet.
Eet maar mijn soepje, toe,
met liefde bereid door moe.
Al willen de anderen,
je zo graag veranderen,
andere Anna, kind, zo is het goed.

 

_____________________________________________________________________

PERSBERICHT, augustus 2004

‘Blaman, de musical’ door Theatergroep Mevrouw Jansen

Anna Blaman tot leven gewekt in wervelende musical

Theatergroep Mevrouw Jansen heeft een musical gemaakt over het leven van Anna Blaman, de bekendste lesbische schrijfster van Nederland. De musical gaat op 7 oktober in première in de Engelenbak in Amsterdam, honderd jaar na Blamans geboorte. Met ‘Blaman, de Musical’ wordt de schrijfster aan de vergetelheid ontrukt en in ere hersteld als een moedige, behoudende, progressieve, sociale, eenzame, humoristische, treurige – kortom menselijke – lesbienne van formaat.

De roman ‘Eenzaam Avontuur’ (1948), waarin Anna Blaman (1905-1960) openlijk over vrouwelijke homoseksualiteit schreef, veroorzaakte een schok in de Lage Landen. Vooral toen bekend werd dat ‘Eenzaam Avontuur’ veel autobiografische elementen bevatte, werd Anna Blaman alom geroemd en verguist. Er kwam een schijnproces tegen haar en de roman, maar zij ontving voor dit werk ook de literatuurprijs van de gemeente Amsterdam. Later ontving zij voor haar gehele oeuvre de PC Hooftprijs.

‘Blaman, de Musical’ is tot stand gekomen door uitgebreide research. Theatergroep Mevrouw Jansen heeft boeken, beeld- en geluidsmateriaal van en over Blaman bestudeerd. De theatergroep heeft diverse mensen gesproken die Blaman goed gekend hebben, zoals Mies Bouhuys, Dolf Verroen en Theun de Vries. Ook is er contact geweest met Aad Meinderts, biograaf van Anna Blaman en samensteller van twee bundels met onder andere romantische, erotische correspondentie van Blaman.

De voorstelling is geschreven en geregisseerd door Hetty Kleinloog. Zij is ook verantwoordelijk voor de liedteksten, die evenals vijf gedichten van Anna Blaman, op muziek zijn gezet en tijdens de voorstelling door een zevenkoppige band worden uitgevoerd. De muzikale leiding is in handen van Noortje Braat.

Mevrouw Jansen is een Amsterdamse theatergroep die sinds 1987 voorstellingen maakt over markante lesbische dames, zoals Bet van Beeren, Annemarie Grewel en Marlene Dietrich. “Ik ben gespecialiseerd in dooie potten”, aldus oprichtster Hetty Kleinloog, die met haar voorstellingen telkens weer veel succes oogst, uitverkochte zalen bereikt en uitgebreid aandacht krijgt van de landelijke pers.

___________________________________________________________________________

recensie R'dams Dagblad