Maria Magdalena Passie – Libretto integraal

473302_3352337419880_1428721944_o

Libretto : Hetty Kleinloog
Muziek : Noortje Braat

Rolverdeling:
Maria Magdalena
Jezus
Petrus
Apostel
Engel 1
Engel 2
Evangelist
Het koor kan bestaan uit 4 zangers / zangeresssen

De (blad)muziek is op te vragen bij de componist, Noortje Braat:
noortjebraat@hotmail.com

Premieredatum: April 2012.
Maria Magdalena Passie.

Die liederen met een * zijn teksten van Hetty. De overige teksten komen uit apocriefe geschriften, zoals Pistis Sofia of een psalm van Heraklitis. .

————————————————————————————-

EERSTE ACTE.

* 1. Openingslied.

Koor I, koor II

I Hore, hore, hore,
het verhaal van
II – wie? –
l Maria,
een vrouw uit
ll – waar? –
l Magdala

ll Zalige van zware zeden,
heilig, hoer of dwaas?

l Met liefde uitverkoren.

ll Redeloos met recht en reden,
visser, vis of aas?

l Of reddeloos verloren.

ll Apostel der apostelen?
Discipel der discipelen?

l Verketterd en herboren.

l Hore,
ll hore ,
l hore,
l wie oren heeft, die hore.

l Maria
ll mag
l Maria
ll mag dalen
l+ll Maria Magdalena.

* 2. Evangelist:

We trokken van stad tot stad en dorp tot dorp, Jezus, zijn twaalf vrienden, een paar vrouwen en ik. Ik wilde niets liever dan samen met hem zijn boodschap verkondigen. Jezus had immers mijn zeven demonen verdreven. Mijn licht in duisternis. Hoe zou ik hem niet blind kunnen volgen?

* 3. Hij vond mij in mijn duisternis.

Maria Magdalena, Jezus, koor.

Maria Magdalena:

Hij vond mij in mijn duisternis,
mijn radeloze angsten.
In drama en in droefenis.
zag hij mij, godzijdank, en…

Jezus:

Het mag er zijn.

Maria Magdalena:

Hij zag mij in het donker waar
demonen zondig huizen,
mijn woede. In een hartgebaar
gaf hij mijn ziel een thuis en…

Jezus:

Het mag er zijn.

Koor + Maria Magdalena:

Koor:
Eén: kijk en volg je intuïtie
Twee: zwijg in stilte, luister goed
Drie: zorg dat je jezelf echt ziet
Vier: overwin je angst met moed
Vijf: ken verborgen, geesteskrachten
Zes: stel je open voor visioen
Zeven: ken het Al.

Maria Magdalena (door het koor heen):
Ik zie, ik hoor, ik ken mij, ik zwijg, ik kijk, ik ben vrij. Ik ken het Al!
Koor:
Eén: kijk en volg je intuïtie
Twee: zwijg in stilte, luister goed
Drie: zorg dat je jezelf echt ziet
Vier: overwin je angst met moed
Vijf: ken verborgen, geesteskrachten
Zes: stel je open voor visioen
Zeven: ken het Al.

Jezus:

Omarm de angsten en je woede
om wat jou is aangedaan
Levenslicht schijnt op het goede
durf in duisternis te staan.

Maria Magdalena:

Ik mag er zijn.

4. Apocrief: Als iemand niet in duisternis staat.

Engelen:

Als iemand niet in duisternis staat, zal hij niet in staat zijn het licht te zien.

* 5. Diepte kent diepte.

Maria Magdalena:

Diepte kent diepte
leegte kent leegte
dood kent de dood.
Een verdwaalde sterveling in de woestijn
kent het gemis zonder ander te zijn.

Vanuit diepte kan ik stijgen.
Nu ik van ver kom, weet ik waar ik moet gaan.

Louter met zon kan ik stralen,
Louter met zon laat ik (mijn) schaduw
achter mij.

* 6.

Evangelist.

We trekken met Jezus door het land. Ik word nauwelijks genoemd. Wel, dat ik erbij was toen we zes dagen voor Pasen naar Betanië trokken. Voor de rest ben ik verward met een prostituee, die niet bij naam genoemd wordt, en met twee andere Maria’s.
Maar ik ben Maria uit Magdala, die bij Jezus was in de dagen voor Pasen.

* 7. Maria, Maria en Maria van Magdela.

Petrus, apostel, koor.

Maria, Maria, Marie Magdalena
Marie Magdalena,
wie bedoelen we nou ?
Wie was Maria?
Waar was Maria?
Was Marie: Magdalena, of soms nóg een vrouw?
Zalfde zij voeten?
Waste met tranen?
Droogde met haren?
Of liep zij wat mee?
De zuster van Martha?
Of zuster van Lazarus?
Ik heb geen idee.
Was zij een zondige?
Of juist een heilige?
Of meestentijds lazarus?
Er waren er twee!
Ah oh Maria, Maria, Maria,
Hola, Maria, wie ben je nou?
Je staat genoteerd
of genoemd als een ander.
Maria, de een of de andere vrouw.

Je naam was in zwang.
Waarom toch die drang:
Maria, als modenaam in Israël?
Ach, was je maar Patty
of Noortje of Hetty
want als je zo heette
dan vond men je wel.

Maria, Maria, Marie Magdalena
Marie Magdalena,
wie bedoelen we nou ?
Wie was Maria?
Waar was Maria?
Was Marie: Magdalena, of soms nóg een vrouw?

* 8.

Evangelist.

In Betanië werd ter ere van Hem bij Lazarus een maaltijd voorbereid. Ik nam kostbare nardusolie en zalfde zijn vermoeide voeten, die ik daarna met mijn haar droogde. De geur van de olie doortrok het hele huis.
Je moest ze eens zien kijken. Judas Iskariot, die hem later zou uitleveren, vroeg: “Waarom is die olie niet voor driehonderd denarie verkocht om het geld aan de armen te geven?”
Maar Jezus zei: “Laat haar, ze doet dit voor de dag van mijn begrafenis. De armen zijn immers altijd bij jullie, maar ik niet.”

Er was nog nooit een man, een mens geweest, die het voor mij had opgenomen.
Jezus keek mij aan en zag mij. Ik keek Jezus aan en zag het Allerliefste.

* 9. Door liefde aangeraakt.

Maria Magdalena.

Ik ben.
Ik ben door jou van jou met jou
Ik ben. Ik ben.
Ik ben van kopf tot schoongewassen voet,
door liefde aangeraakt.
Je hebt mij mezelf gegeven,
een vrouw van mij gemaakt.

Door jouw blik ben ik geboren
en toen jij ‘jij’ zei, voelde ik me ik.
Je hebt mij als jouw liefste uitverkoren,
Door liefste te zijn, wordt een mens uniek.

Door jouw hand ben ik gaan leven
Ben ik met huid en ziel door je geraakt
Je hebt mezelf gegeven
een vrouw van mij gemaakt.

10. Apocrief: Jezus hield meer van haar.

Engelen:

Jezus hield op een andere wijze van Maria (Magdalena)
dan van de andere leerlingen
en hij kuste haar vaak (op de mond);
De overige leerlingen zagen hoe hij van Maria hield
en vroegen hem:
’Waarom houdt u meer van haar
dan van ons allemaal?’
De Heer antwoordde hun met de woorden:
’Waarom houd ik niet van jullie
zoals van haar?
Wel, als een blinde
en iemand die kan zien
samen in het donker zijn,
verschillen ze niet van elkaar.
Maar als het licht wordt,
zal de ziende het licht zien
en de blinde in het donker blijven.

* 11. Duet: Wat heeft zij, dat ik niet heb? (Seks)

Petrus, apostel:

Wat heeft zij, wie zij , ja zij, dat ik niet heb?
Want het kunnen toch haar hersens toch niet wezen?
Heus, het wordt al minstens eeuwenlang bewezen
Vrouw-zijn is al bij geboorte een gebrek.
Wat heeft zij, wie zij , ja zij, dat ik niet heb?

Wat heeft zij, wie zij , ja zij, dat ik niet heb?
Zijn het wapens of verborgen liefdesdranken?
Zingt ze als sirene lokkend lonkend klanken?
Strikt ze alle lieve heren in haar web?
Wat heeft zij, wie zij , ja zij, dat ik niet heb?

Nou, het is…
Ja, het is….
Echt het is…
Het moet het wel zijn.
Ja toch?
Niet dan?
Sssst het is….

Seks seks seks
ze is een echte heks
Die vrouw wil meer
zelfs onze heer
uit lust of ledigheid
geen schaamte en geen spijt
en hoe je haar ook wendt of keert
door passie of door macht verteerd
haar seks wordt overschat
de seks is over, schat.

* 12.

Evangelist:

Dat wij vrouwen als leerlingen met Jezus meetrokken, was in die tijd niet zo vreemd. Wij volgden hem, zorgden voor hem en werden gestrekt door zijn boodschap van liefde.
De meeste mannen zagen ons als ondergeschikt en niet gelijkwaardig.
Jezus niet. Keer op keer benadrukte hij, dat het mannelijke en het vrouwelijke in volkomen gelijkwaardigheid samen hoorden te gaan. Ze dienden met elkaar te versmelten om tot werkelijke éénwording te kunnen komen, zo zei hij.
Dat liet hij ook zien. Ik was trots als hij gewoon met mij in het openbaar sprak. En als hij het opnam voor vrouwen die botsten met mannenregels.
Jezus hield van mensen. Dus ook van vrouwen.
En ik, ik hield met hart en ziel van hem. Ik was de vrouw die Jezus liefhad.

13. Apocrief: Laat Maria bij ons weggaan.

Petrus en Jezus.

Petrus:
Laat Maria bij ons weggaan, want vrouwen zijn het leven niet waardig.

Jezus:
Zie, ik zal haar leiden
zodat ik haar mannelijk maak
opdat ook zij een levende geest zal worden
gelijk jullie mannen.
Want iedere vrouw die zichzelf zal vermannen
zal ingaan tot het Koninkrijk der Hemelen.

* 14. Androgyne trien.

Maria Magdalena:

Ik kan de wereld aan
de hemel en de maan
je kan het aan me zien:
de trien is androgyn.

Ik ben een vrouw, een man,
zo een die alles kan
al roept men: dolle Mien
jij bent té androgyn.

Iets tussen man en wijf
met een erotisch lijf
zo snel als een machien
ben ik, de androgyn.

Ik koester woest een wens,
geen vrouw te zijn, maar mens,
geen man ook bovendien
maar lekker androgyn.

15. Apocrief: Als jullie de twee één maakt.

Engelen:

Als jullie de twee één maakt
en als jullie het innerlijk maakt als het uiterlijk
en het uiterlijk als het innerlijk
en als het boven als het beneden,
en als jullie het mannelijke en vrouwelijke
tot één maakt,
zodat het mannelijke niet mannelijk zal zijn
en het vrouwelijke (niet) vrouwelijk…
dan zullen jullie binnengaan in het Koninkrijk.

EINDE EERSTE ACTE
TWEEDE ACTE.

* 16. Kruisiging.

Evangelist:

In mijn overmoed meende ik dat dit voor eeuwig was. Dat we tot in lengte van jaren rond konden trekken en de boodschap zouden verkondigen. Ik wist niet dat Judas Isakriot hem daadwerkelijk met een kus, met een kús, zou verraden.
Wat er gebeurde, is geschiedenis.
Mijn lief werd ter dood veroordeeld.
Ik hoorde, dat hij het kruis op zijn schouders nam en drie keer viel. Dat Simon van Cyrene hem nog hielp het kruis te dragen. Dat Veronica zijn gezicht afveegde met een doek. Men vertelde mij, dat hij onderweg een paar huilende vrouwen troostte.

Toen hij bij de Schedelplaats aankwam, stonden wij daar: zijn moeder, ik en de anderen.
Ik zag hoe mijn allerliefste van zijn kleren beroofd, vernederd en aan een kruis genageld werd. Ik stond erbij en kon niets doen. Alleen kijken, kijken en zijn ogen zoeken.

Er viel een duisternis over het land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan riep hij : “Eloi, Eloi, lema sabachtani?” wat betekent: “Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?” Omstanders bespotten hem, gaven hem zure wijn en een van hen hoonde: “Laten we eens kijken of Elia komt om hem eraf te halen.”
Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste adem uit.
Ik was er bij. Ik was erbij toen mijn man stierf.

Het voorhangsel van de tempel scheurde. Toen de centurio hem zo zijn laatste adem uit zag blazen, zei hij: “Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.”
“Jezus”, dacht ik, “Dat wist ik allang.”

* 17. De dood baart verdriet.

Maria Magdalena:

De ogen die mij raakten zijn gebroken.
De stem die mij beademt zwijgt voorgoed.
Zijn handen die mij lazen zijn gesloten.
In blauwe lippen stolt een laatste groet.

Nooit meer die man die mij met stilte heeft bewogen
Nooit meer voor altijd iemands allerliefste zijn
nooit meer
nooit meer
onherroepelijk
nooit meer.

Nooit meer
voor altijd.
Voor altijd
nooit meer.

* 18. Graflegging.

Evangelist:

Daar stonden we. Vertwijfeld. Zijn ontzielde lichaam hing aan het kruis en wij konden het er niet afhalen. Uren hebben we daar gewacht, besluiteloos, onmachtig.
Pas tegen de avond kwam er iemand. Josef van Arimatea, een van ons. Hij bleek naar Pilatus te zijn gegaan met alle moed die hij in zich had en om het lijk van Jezus te hebben gevraagd. Pilatus was verbaasd dat Jezus al dood was, maar gaf gelukkig toestemming Jezus te begraven.

Toen de avond al was gevallen haalde Josef mijn lief van het kruis en wikkelde hem in het linnen. Daarna legde hij hem in een graf dat in een rots was uitgehouwen en rolde een steen voor de ingang.
Maria en ik keken toe in welk graf hij werd gelegd.

19. Het graf is leeg.
(Bewerking bijbeltekst: Hetty)

Evangelist:

De volgende dag, de dag na de Sabbath, kochten Maria, Salome en ik geurige olie om hem te balsemen. We gingen heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsondergang naar het graf. We vroegen ons net af wie die grote steen voor het graf voor ons zou kunnen wegrollen, toen we zagen dat dat al was gebeurd. En toen we het graf binnengingen, zagen we rechts opeens een wit geklede jongeman zitten.
We schrokken vreselijk, maar hij zei: “Wees niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij was neergelegd.”
We waren zo bang en geschrokken, dat we snel naar buiten vluchtten en tegen niemand iets zeiden.

Petrus:

Nee, nee, nee, zo ging het niet. De vrouwen die het graf bezochten waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria, de moeder van Jacobus en nog een paar andere vrouwen. Ze raakten helemaal van streek toen ze het lichaam van de Heer niet zagen en plotseling stonden twee mannen in stralende gewaden bij ze. De vrouwen werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor de ogen. Die mannen zeiden: “Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt.”
De vrouwen kwamen ons toen vertellen wat er gebeurd was, maar de andere apostelen vonden het maar kletspraat en geloofden het niet. Ik ben de enige, die opstond en naar het graf rende. Ik bukte me om te kijken, maar zag alleen de linnen doeken liggen. Ik was stomverbaasd.

Engel 1:

Toen Maria uit Magdala en de andere Maria naar het graf gingen kijken, begon plotseling de aarde hevig te beven, want een engel van de Heer daalde af uit de hemel, liep naar het graf, rolde de steen weg en ging er op zitten.

Engel 2:
Hij lichtte als een bliksem en zijn kleding was wit als sneeuw. De bewakers beefden van angst en vielen dood neer. De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde zoeken. Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft.”

Maria Magdalena (jong):
Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam ik alleen bij het graf. Ik zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. Ik liep snel naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en ik zei: Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem gelegd hebben.” Petrus en de andere leerling gingen naar het graf en vonden alleen de linnen doeken. Ze zagen het en geloofden. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat hij uit de dood moest opstaan.
De Petrus en die leerling gingen terug naar huis.
Ik stond nog bij het graf en huilde.

20. Apocrief: Licht en duisternis.

Engelen:

Licht en duisternis
leven en dood
de rechtsen en de linksen
zijn broers van elkaar.
Zij kunnen niet van elkaar worden losgemaakt.
Het is daarom dat noch de goeden goed zijn,
noch de slechten slecht,
leven alleen maar leven is,
en dood alleen maar dood.
Daarom zal iedereen ontbonden worden
tot zijn oorsprong in het begin.
Maar zij die boven de wereld verheven zijn,
kunnen niet ontbonden worden;
ze zijn eeuwig.

21. Maria huilt.
(Bewerking bijbeltekst: Hetty)

Maria, Evangelist, Jezus, engelen.

Evangelist:
Ik stond nog bij het graf en huilde. Wenend boog ik me naar het graf en daar zag ik twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen.
Engelen
Waarom huil je?
Maria Magdalena
Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.
Evangelist
Na deze woorden keek ik om en zag ik Jezus staan, maar ik wist niet dat het Jezus was.
Jezus
Waarom huil je?
Evangelist
Vroeg Jezus.
Jezus
Wie zoek je?
Evangelist
Ik dacht dat het de tuinman was en zei:
Maria Magdalena
Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.
Evangelist
Jezus zei tegen mij.
Jezus
Maria!
Evangelist
Ik draaide me om en zei:
Maria Magdalena
Rabboeni!
Evangelist
Dat betekent meester.
Jezus
Houd me niet vast. Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader.

* 22. Raak me niet aan.

Jezus:

Raak me niet aan, Maria,
raak me niet aan.
Mijn botten moeten met jou breken
en mijn huid trekt zich terug.
De geest verlaat het lijf.
Maar weet, als jij me vasthoudt,
wil ik dat ik blijf.

Laat los, laat los, Maria,
laat me nu gaan.
De laatste zucht wacht gretig,
ontsnappen wil zij, vlug.
Het hart is stil gaan staan.
Maar weet, als jij me aanraakt,
wil ik niet meer gaan.

23. Apocrief : Psalm van Heraklitus.

Jezus, Maria Magdalena, engelen.

Jezus
Maria, Maria,
ken me:
houd me niet vast.
Droog je tranen en weet dat ik je meester ben…
Doe je droefheid weg en verricht deze dienst voor mij:
wees een boodschapper voor die dwalende wezen…
zet al je bekwaamheid in
totdat je de schapen naar de schaapsherder gebracht hebt.’

Maria Magdalena
Rabbi, mijn meester,
ik zal uw gebod volbrengen
in de vreugde van heel mijn hart.
ik zal mijn hart geen rust geven,
ik zal mijn ogen geen slaap gunnen,
ik zal mijn ogen geen ontspanning laten,
totdat ik de schapen in de schaapskooi bijeengebracht heb.

Engelen
Geprezen zij Maria,
omdat zij naar haar meester luisterde.
Zij volbracht zijn gebod
in de vreugde van heel haar hart.

* 24. Jezus verschijnt in een visioen.

Evangelist.
Ik raakte de man die mij zo geraakt heeft niet meer aan.
Liefde is loslaten.
Mijn beminde steeg op naar de hemel.
Op het moment, dat iedereen bedroefd en verlaten achterbleef, verscheen hij mij in een visoen.

25. Apocrief: Heer, ik zie u vandaag in een visioen.

Maria Magdalena, Jezus, engelen.

Maria Magdalena
Heer, ik zie u vandaag in een visioen.
Jezus
Gezegend ben je dat je niet wankelt bij mijn aanblik. Want waar het inzicht is, is de schat.
Engelen
Geprezen zij Maria,
omdat zij naar haar meester luisterde.
Zij volbracht zijn gebod
in de vreugde van heel haar hart.

* 26. Wat ziet zij dat ik niet zie?

Petrus, Apostel.

Wat ziet zij, wie zij , ja zij, dat ik niet zie?
Want het kunnen toch haar ogen toch niet wezen?
Heus, het wordt al minstens eeuwenlang bewezen
Een vrouw is, per definitie, geen genie.
Wat ziet zij, wie zij , ja zij, dat ik niet zie?

Wat ziet zij, wie zij , ja zij, dat ik niet zie?
Waarom krijgt in godsnaam zíj de visioenen,
als wij bidden, helen, preken voor miljoenen.
Wie verdient een wonder op z’n tijd, ja wie?
Wat ziet zij, wie zij , ja zij, dat ik niet zie?

* 27.

Evangelist.

En hij verkondigde mij zijn boodschap. Want wie oren heeft, die hore.

28. Evangelie volgens Maria Magdalena, deel 1.
(Bewerking: Noortje en Hetty)

Evangelist:

‘ … zal de materie teniet gaan of niet?’
De Verlosser sprak:
‘Alle naturen, alle vormen en alle schepselen bestaan in en met elkaar, en zullen weer tot hun eigen wortel terugkeren. Want de natuur van de materie kan slechts naar haar eigen natuur terugvormen. Wie oren heeft om te horen, die hore!’
Petrus vroeg hem:
‘ Zoals u ons alles verteld heeft, zeg ons ook dit: wat is de zonde van de wereld?’
De Verlosser sprak:
‘ Zonde bestaat niet, maar wordt door jullie in het leven geroepen, namelijk wanneer jullie doen wat in wezen gelijkstaat aan overspel, hetgeen men de zonde noemt.
Daarom is het Goede in jullie midden gekomen, naar het wezen van iedere natuur, om deze weer in zijn wortel te herstellen.’

* 29. Zonde bestaat niet.

Maria Magdalena, Jezus:

Maria Magdalena :
Stenen gooien zonder zonden ?
Leven zonder fout?
Lammen lopend zonder wonder?
Een hart is nooit van goud.

Zonder zonde bestaat niet.

Jezus:
Slechts één mens kan jij verraden,
als je liegt, ben jij die barst,
ontrouw aan je droom en daden,
speel je spel en val het hardst.

Zonde bestaat niet.

Maria Magdalena en Jezus :
Zonde van het geld
Zonde van de kater
Zonde van het mooie weer
Zonde van het water.
Zonde van gemiste kans
Zonde van het leven
Zonde van de beursbalans
Zonde van om het even
Zonde van de nieuwe broek
Zonde van het meisje
Zonde van de laatste koek
Zonde van het reisje
Zonde van de uitverkoop
Zonde van de spijt
Zonde van de kerkleegloop
Van verspilde tijd.

Jezus:
Zonde wordt in het leven geroepen.
Zonde bestaat niet. (of: en bestaat niet)
Maria Magdalena:
Zonde wordt in het leven geroepen.
Zonder zonde geen leven.
Zonder leven geen zonde.

30. Evangelie volgens Maria Magdalena, deel 2.
(Bewerking: Noortje en Hetty)

Evangelist:

Toen ging hij voort en sprak:
‘ De reden dat jullie verzwakken en sterven, is dat jullie volgen wat je misleidt (vervreemdt). Wie het vatten kan, die vatte het!
De materie gaf geboorte aan een begeerte, die vormeloos is, omdat zij uit vervreemding (misleiding) is voortgekomen. Zo woedt er onrust in het gehele lichaam. Daarom heb ik jullie gezegd: ‘ Wees gehoorzaam en ongehoorzaam. Dat wil zeggen: wees gehoorzaam jegens de oorspronkelijke natuur van de natuur. Wie oren heeft om te horen, die hore!’
Nadat de Gelukkige dit gezegd had, groette hij hen allen met de woorden: ‘ Vrede zij met jullie. Breng mijn vrede voort. Waak ervoor, dat niemand jullie op een dwaalweg brengt door te zeggen: ‘hier is hij’ of ‘daar is hij’, want de mensenzoon woont niet hier of daar, maar in je innerlijk. Volg hem! Zij die hem zoeken zullen hem vinden. Ga dan, en verkondig het evangelie van het Koninkrijk. Stel geen enkele grens buiten de grens, die ik jullie heb gesteld. En vaardig geen wet uit zoals de wetgever, opdat jullie daarin niet gevangen raken.’

* 31 Wat verblijft in jezelf.

Maria Magdalena, Jezus, koor.

Volg hem.
Volg jezelf.
Zoek hem.
Zoek jezelf.

Niet in bomen, niet in Rome, niet in Boeddha, of in Allah, niet in woorden, bedevaartsoorden, niet in regels of in wetten, niet in mis of korte metten, heilige koeien of in kalf , of in heel paard half, niet in geld of lust of roem of kerkgewelf.

Want jouw god zit als je goed kijkt in jezelf.

* 32. Ja hoor, vast.

Petrus, apostel.

Dat heeft ie niet gezegd.
Zeker weten
Zeker weten.
Dat heeft ie niet gezegd.
Niemand was erbij.

De bijbel is de waarheid, die moet blijven.
Wij moeten regels en de wetten op gaan schrijven.
Als wij ons niet bezighouden met Ons woord
wordt de wereld straks een godverlaten oord.

Dat heeft ie niet gezegd.
Zeker weten
Zeker weten.
Dat heeft ie niet gezegd.
Wij waren er niet bij.

33 Evangelie volgens Maria Magdalena, deel 3.
(Bewerking: Noortje en Hetty)

Evangelist:

Toen hij dit gezegd had, ging hij heen.

Maar zij lieten, bedroefd als ze waren, hun tranen rijkelijk vloeien en zeiden:
‘ Hoe moeten wij naar de volkeren gaan en het evangelie van zijn Koninkrijk verkondigen? Als de Mensenzoon al niet werd gespaard, hoe zal men ons dan sparen?’
Toen stond Maria op, omhelsde hen allen en zei tot haar broeders:
‘ Huil niet, wees niet bedroefd en twijfel niet, want zijn genade zal geheel met jullie zijn en jullie behoeden. Laten we liever zijn grootheid prijzen, want hij heeft ons voorbereid, hij heeft ons mens gemaakt. ‘
Door deze woorden keerde Maria hun hart naar het Goede.
En ze begonnen de woorden van de Verlosser (grondig) te doorvorsen.
Petrus zei tegen Maria:
‘Zuster, wij weten dat de Verlosser jou liefhad boven de andere vrouwen. Breng ons de woorden van de Verlosser, zoals jij je die herinnert. Die jij kent, maar wij niet, en die we nog niet hebben gehoord.’
Maria antwoordde en zei:
‘ Wat voor jullie verborgen is zal ik bekendmaken.’
En ze begon hun het volgende te vertellen:
‘ Ik’, zei ze, ‘ Ik zag de Heer in een visioen; en ik zei hem:
“Heer, ik zie u vandaag in een visioen.”
Hij antwoordde en sprak tot mij:
” Gezegend ben je dat je niet wankelt bij mijn aanblik. Want daar waar het inzicht is, is de schat.”
Ik vroeg aan hem:
” Heer, ziet degene, die een visioen heeft, nu met de ziel of met de geest? ”
De Verlosser antwoordde en sprak:
” Hij ziet noch met de ziel, noch met de geest, maar met het inzicht, tussen beiden in. Dat neemt een visioen waar en het is … ” ‘

34. De ontbrekende pagina’s.

35. Evangelie volgens Maria Magdalena, deel 4.
(Bewerking: Noortje en Hetty)

Evangelist:

[…] het.
En de Begeerte zei:
” Ik heb je niet zien neerdalen,
en toch zie ik je opstijgen.
Waarom lieg je?
Want je hoort bij mij!”
De ziel antwoordde en zei:
“Ik heb jou gezien,
maar jij zag mij niet,
noch herkende je mij.
Je hebt mij als kleding gediend
en je kende mij niet.”
Toen ze dit gezegd had, ging ze met grote vreugde weg.
Ze kwam toen bij de derde macht, die men de Onwetendheid noemt. Die ondervroeg de ziel en zei:
” Waarheen ben je op weg?
Je bent in slechtheid vastgehouden en
onderworpen aan mij, de Onwetendheid!”
Maar de ziel zei:
” Waarom oordeel je over mij,
terwijl ik niet oordeelde!
Ik werd vastgehouden,
terwijl ik niet vastgehouden heb.
Ik werd niet herkend,
maar ik heb begrepen dat het Al op zal lossen;
evengoed de aardse zaken als de hemelse.”
Toen de ziel zo de derde macht voorbijgekomen was, steeg ze verder op en zag de vierde macht. Deze had zeven gedaanten:
De eerste is de duisternis.
De tweede de begeerte.
De derde de onwetendheid.
De vierde is de afgunst van de dood.
De vijfde is het koningschap van het vlees.
De zesde is de dwaasheid van het vlees.
De zevende is de vertoornde wijsheid.
Dat zijn de zeven heerschappijen van de drift, die zich aan de ziel opdrongen met vragen als:
” Vanwaar kom je,
moordenares?
en
” Waarheen ben je op weg,
jij die de ruimte bedwong?”
De ziel antwoordde en zei:
Wat mij bindt is gedood
en wat mij omringt is overwonnen.
Mijn begeerte liet af,
terwijl mijn onwetendheid stierf.
In een wereld ben ik bevrijd
uit een andere wereld,
en in een beeltenis bevrijd
door een beeld van boven;
want de boeien der vergetelheid
hebben een tijdelijke duur.
Van nu af aan
zal ik de tijdeloze rust ontvangen
– buiten ogenblik en tijd –
in zwijgen.” ‘

* 36. Zwijgen of praten?

Maria Magdalena.

Ik heb het niet gehoord
want als ik iets gehoord had, moest ik praten.
En als ik praat, verkondig,
word ik niet geloofd.

Ik heb niet geluisterd
want als ik geluisterd had, moest ik gehoorzamen
en als ik gehoorzaam
ben ik niet vrij.

Wie spreekt is onbegrepen.
Wie zwijgt is niet verstaan.

37. Evangelie volgens Maria Magdalena, deel 5.
(Bewerking: Noortje en Hetty)

Evangelist:

Nadat ze dit gezegd had, zweeg Maria stil, want tot zover had de Verlosser met haar gesproken.
Maar Andreas nam het woord en zei tegen de broeders:
‘ Zeg eens, wat denken jullie over wat zij zojuist heeft beweerd? Ik voor mij geloof niet, dat de Verlosser dit gezegd heeft, want het is duidelijk, dat dit afwijkende leringen zijn. ‘
Petrus nam hierover het woord. Hij vroeg hun over de Verlosser:
‘ Zou hij zich werkelijk buiten ons om en niet openlijk met een vrouw onderhouden hebben? Moeten wij ons soms omkeren en allemaal naar haar luisteren? Zou hij haar verkozen hebben boven ons?’
Toen huilde Maria en zei tegen Petrus:
‘ Petrus, mijn broeder, wat denk je? Geloof je dat ik dit zelf in mijn eigen hart heb verzonnen of dat ik leugens vertel over de Verlosser?’
Levi nam het woord en zei tegen Petrus:
‘ Petrus, jij bent altijd zo heetgebakerd! En nu zie ik weer dat je redetwist met deze vrouw, als was ze jouw tegenstander. Als de Verlosser haar waardig bevonden heeft, wie ben jij dan om haar te verwerpen? Zeer zeker kende de Verlosser haar door en door. Daarom heeft hij haar meer liefgehad dan ons. We moesten ons eerder schamen. We moeten ons omhullen met de volkomen Mens en hem in onszelf verwerven, zoals hij ons heeft opgedragen. En laten we het evangelie verkondigen zonder andere grenzen te stellen en wetten te vaardigen, dan zoals de Verlosser verteld heeft.’
Toen Levi dit gezegd had, begaven ze zich op weg om te verkondigen en te prediken.
Het Evangelie volgens Maria.

* 38. Volgens mij.

Maria Magdalena:

Het evangelie volgens mij.
Het evangelie, volgens mij.

* 39. Zo gewild.

Petrus, apostel, koor.

Petrus:
Volgens haar.
Wat zegt nou ‘volgens haar’?
Ze kan zoveel vertellen.

Koor:
Zo gewild.
Petrus:
Ze kunnen allemaal wel zeggen:
‘Hij heeft het zo gewild.’

Koor:
Nooit gedaan:
Petrus:
Ze kunnen allemaal wel zeggen:
‘Hij had dat nooit gedaan.’

Koor:
Zo bedoeld.
Petrus:
Ze kunnen allemaal wel zeggen:
Ik weet wat ie bedoelt.

Apostel:
Maar stel…
Maar stel…
Maar stel…
Hij hield wél het meest van haar.

Petrus:
Maar zij…
Koor:
Wat heb je op haar tegen?
Petrus:
Maar zij…
Koor:
Neem het toch voor waar.
Petrus:
Maar zij…
Koor:
Wat heb je te verliezen?
Petrus:
Maar zij…
Koor:
Waarom haat je haar?
Petrus:
Maar zij…

Koor + apostel:
Hij hield het meest van haar.
Petrus:
Nee! Ze praat te veel, ze verleidt me, ik ga naar Rome, ik sterf een marteldood, ik ben apostel, ze is vrouw, ik moet steeds aan haar denken, ik ga naar Rome, ik sterf een marteldood, ik wil haar niet voor me zien, haar mond, ik ga naar Rome, ik sterf een marteldood.

40. Apocrief: Pistis Sofia.

Engelen:

Petrus sprong naar voren, hij zei tot Jezus ‘Mijn heer, we zijn niet in staat om deze vrouw te dulden, die ons de gelegenheid afneemt en niemand van ons toestaat te spreken. Zij neemt telkens weer het woord.’ (Pistis Sofia 36)
Engelen:

… dat Maria naar voren kwam. Ze zei: ‘Mijn Heer, mijn verstand begrijpt (u) telkens weer, zodat ik naar voren moet komen om de uitleg te geven van de woorden die zij gesproken heeft, maar ik ben bang voor Petrus, omdat hij me bedreigt en ons geslacht haat.

* 41. De beslissing.

Maria, Jezus.

Maria:
Kies mij niet uit, Heer,
ik ben slechts een vrouw,
die niet gehoord wordt.
Offer mij niet
zoals jouw vader zijn zoon
geofferd heeft.

Kies mij niet uit, Heer,
ik ben Maria uit Magdala,
die niet geloofd wordt.
Gebruik mij niet,
zoals jouw vader zijn Eva
gebruikt heeft.

Jouw woord zal door mijn mond
worden weggehoond,
beschimpt.
Mijn naam zal door jouw woord
worden besmeurd, besmet.

Jezus:
Ik kies jou, Maria.
Omdat je vrouw bent.
Omdat je mijn vrouw bent.
Een offer is alleen iets waard
als het pijn doet.

* 42.

Evangelist.

En ik verkondigde zijn boodschap. En na mij vertelde anderen de boodschap, die hij mij verteld had. En na mij weer anderen. Tot iemand het opschreef.
Er is veel verloren gegaan. Maar wie oren heeft, die hore. Want ook wat verloren is gegaan, resteert.

EINDE TWEEDE ACTE.

DERDE ACTE.

* 43.

Evangelist.

Ik trok verder zonder hem en verkondigde zijn boodschap. Wie het horen wilde vertelde ik, dat van zijn leer geen wetten mochten worden gemaakt. Dat het goddelijke niet ver weg, maar in jezelf zit.

Ik kon me niet meer verdedigen, toen mijn naam in diskrediet werd gebracht. Al zes eeuwen was ik niet meer op aarde.
Heel simpel werd ik uitgevaagd. Een paus voegde mijn naam samen met die van twee anonieme prostituees uit de bijbel. Om mij op die manier de geschiedenis in te sturen als losbandig, als zondares, als hoer. Zeg nou zelf, wie luistert naar de leer van een hoer?

Zijn kerk bracht regels en wetten. Het goddelijke was ver te zoeken. De vrouw moest zwijgen.
Ik kreeg een ‘ereplaats’ als patrones van alle berouwvolle zondaars. En van kapsters, tuinlieden, wijnboeren, timmerlieden en wevers.

Ik ben Maria Magdalena.
De vrouw die Jezus uitverkoren had.
De vrouw die Jezus liefhad.

* 44. Wat deert haar?

Petrus, apostel:

De man die zonder zonde is
die mag met modder smijten
Maria leeft in droefenis
en lijdt onder verwijten.

Wat deert haar, wat haar, ja haar dat ons niet deert?
Want het kan haar reputatie toch niet wezen?
Ik geef toe, ze heeft na onze Heer bewezen
dat ze mensen wel het een en ander leert.
Wat deert haar, wat haar, ja haar dat ons niet deert?

Seks seks seks
ze wordt verklaard tot heks
die vrouw is meer
ze heeft een leer.
Geen lust of ledigheid
ze praat de hele tijd.
En hoe je het ook wendt of keert,
de kerk wordt soms door macht verteerd
en seks wordt overschat.
als ik het goed in schat.

* 45.

Evangelist.

Pas in 1969 herroept de kerk haar standpunt over mij en wordt gezegd dat ik niet gelijkgesteld mag worden aan de zondares uit het evangelie volgens Lucas. (of is dit meer iets voor het programmaboekje?)

Ik ben Maria uit Magdala.
Ik ben echtgenote van Jezus.
Na zijn dood ben ik met Maria, de moeder van Jezus, en Johannes naar Efeze getrokken.
Aan het eind van mijn leven ben ik teruggegaan naar Jeruzalem. Daar ben ik gestorven en bijgezet in het graf van mijn beminde.
Ik ben de vrouw die Jezus liefhad.

46. Apocrief: Sophia.

Engelen.

Sophia… is de moeder van de engelen en de metgezellin van de Heer;
als zodanig heet ze Maria Magdalena…

47. Apocrief: Ik ben.

Maria Magdalena, engelen.

Ik ben de eerste en de laatste.
Ik ben de vereerde en de verachte.
Ik ben de hoer en de heilige.
Ik ben de vrouw en de maagd.
Ik ben de moeder en de dochter.
Ik ben de leden van mijn moeder.
Ik ben de onvruchtbare,
en velen zijn mijn kinderen.
Ik ben het wier bruiloft schitterend is
en ik ben niet gehuwd.
Ik ben de kraamvrouw
en zij die niet baart…
Ik ben de Sophia van de Grieken
en de gnosis van de barbaren.
Ik ben het oordeel over de Grieken en barbaren.
Ik ben het wiens beeld groot is in Egypte,
en die geen beeld heeft bij de barbaren.
Ik ben het die overal gehaat werd,
en die overal werd geliefd.
Ik ben het die zij ‘leven’ noemen,
en jullie hebben mij ‘dood’ genoemd.
Ik ben het die zij ‘wet’ noemen,
en jullie hebben mij ‘wetteloos’ genoemd.
Ik ben het die door jullie werd vervolgd
en ik ben het die door jullie werd gegrepen…

* 48. Slotkoor.

Koor I, koor II, allen.

I Amen, amen, amen.
Het verhaal van
II – wie? –
l Maria,
een vrouw uit
ll – waar? –
l Magdala

ll Zalige van zware zeden,
heilig, hoer of dwaas?

l Met liefde uitverkoren.

ll Redeloos met recht en reden,
visser, vis of aas?

l Of reddeloos verloren.

ll Apostel der apostelen?
Discipel der discipelen?

l Verketterd en herboren.

l Amen,
ll amen ,
l amen,
l wie een hart heeft, die be-ame.

l Maria
ll mag
l Maria
ll mag dalen
l+ll Maria Magdalena.